Snelle en makkelijke appeltaart

Deze makkelijke appelaart maak je zonder bakvorm. Zo’n slordige taart noemen de fransen officieel een galette. Je maakt een snel deeg (zonder ei) met maar een klein beetje suiker. De randen van het deeg vouw je over de vulling van de taart. Lekker nonchalant dus.

Verwarm de oven voor op 190 graden en bekleed een bakplaat met bakpapier. Meng voor het deeg de bloem met het zout, de eetlepel suiker en de blokjes koude roomboter. Voeg een beetje van het ijskoude water toe en kneed met koude handen tot je een samenhangend deeg hebt. Maak er een bal van, verpak in plasticfolie en leg 30 tot 60 minuten te rusten in de koelkast.

Schil de appels en snijd ze in plakjes. Meng ze in een kom met de bruine suiker, het beetje bloem, citroensap, kaneel en de nootmuskaat. Zet opzij (eventueel in de koelkast).

Rol het deeg op een licht met bloem bestoven aanrechtblad uit tot een cirkel van ongeveer 30 centimeter. Verplaats het naar de bakplaat en verdeel de appels over het deeg, maar houd een rand van ongeveer 6 centimeter vrij.

Vouw de deegrand over de vulling heen - eventueel met overlap - en druk lichtjes aan. Bestrijk de rand met het losgeklopte ei en bestrooi met de eetlepel suiker. Verdeel tot slot de pecannoten over de appeltaart (optioneel) en bak ‘m in 35 tot 40 minuten goudbruin en gaar in de oven.