Stap 1
Verwarm de oven voor op 140 graden. Voor het (aller)lekkerste resultaat maak je dit stoofvlees 1 dag van te voren.
Stap 2
Snijd de riblappen in grove stukken. Wentel de stukken vlees door de bloem. Klop de overtollige bloem eraf. Pel de uien en snijd ze in halve dunne ringen. Zet een grote pan op het vuur, doe de boter in de pan, voeg de olie toe en laat dit goed heet worden. Bak de stukken vlees op hoog vuur rondom bruin aan in ca. 5 – 10 minuten. Haal het vlees uit de pan.
Stap 3
Bak de ui en de soepgroenten gaar en zacht. Voeg het abdijbier toe en laat dit 5 minuten inkoken. Voeg het water, de laurierbladeren, de tijm en de kruidenmix toe. Breng het mengsel aan de kook, voeg het vlees toe en breng alles wederom aan de kook.
Stap 4
Neem een grote ovenschaal en giet de inhoud van de pan hierin over. Knip een stuk bakpapier op de maat van de ovenschaal en leg dit bovenop het stoofvlees. Schuif de ovenschaal met het stoofvlees in de oven en laat het 3 ½ uur pruttelen.
Stap 5
Check of het vlees goed gaar is, anders laat je het vlees nog even pruttelen. Breng op smaak met peper en zout.
Stap 6
Verwarm de oven voor op 200 graden. Was de grote aardappelen en kook ze volledig gaar in water met wat zout.
Stap 7
Haal de aardappelen uit het water en laat ze iets afkoelen. Snijd de aardappelen over de lengte door de midden maar probeer de aardappelhelften aan elkaar te laten zitten of in ieder geval bij elkaar te houden. Hol beide helften een beetje uit met een lepel en bewaar het aardappelkruim.
Stap 8
Verdeel de kruidenkaas over de aardappelen en vouw de aardappelen weer dicht. Pak de aardappelen strak in aluminiumfolie en leg ze gedurende 20 minuten in de voorverwarmde oven.
Stap 9
Snijd de bosui in fijne ringen. Snijd de aardappelen met een scherp mes door het aluminiumfolie heen en vouw ze open. Garneer met de fijngesneden bosui en samen met het stoofvlees.